Maandag 25 mei

Vandaag verlaten we, helaas, Clearwater. Tessa brengt nog een laatste bezoek aan de speeltuin en dan zijn we weg. Niet langs Kamloops, zoals 2 jaar terug, maar richting 100 Miles House. Dit is niet veel om, maar de route langs Kamloops was ook niet echt interessant.

 

We verlaten Clearwater niet zonder eerst te tanken en een kop koffie, maar dan gaan we op weg. Na een paar kilometer slaan we de Highway 24 op. Met al bijna gelijk een flinke klim naar boven. Tot 31 april moest je hier sneeuwkettingen, verplicht, hebben.

De weg is mooi en lijkt over heuvels te gaan, maar in feite rijden we over een hoogvlakte. Onderweg zijn er veel zwarte naaldbomen. Hele bossen zien zwart. Net verbrand, maar dat is het niet. Het is de pine beetle. Een enorme plaag in BC. Dit zijn kevertjes die zich onder de bast van een boom nestelen, eitjes leggen en wanneer de larven uitkomen graven ze gangen in de boom en de boom wordt zwart en sterft. Geen nieuw fenomeen, maar nu wel in extreme mate. Wetenschappers weten nog niet de oorzaak van deze “explosie”. Ze denken dat het of aan de minder koude winters, of doordat de bosbranden veel meer worden geblust.

 

In ieder geval hebben we bij het inkomen van de provincie Alberta verschillende borden gezien dat je geen boom met barst uit BC mag meenemen!

 

Onderweg rijden we langs veel meren, boerderijen, of ranches zoals ze hier zeggen, en bossen dus. Maar het uitzicht is prachtig en deze route is dus zeker de moeite waard. Onderweg willen we eigenlijk even een koffiestop maken en zien een bordje staan. Dus slaan we af. Alleen verandert deze weg in een grindweg.... Wel goed aangereden, en dus goed hard. Maar geen koffiehuis te zien, dus besluiten we maar te keren.

Terug op de doorgaande weg zien we onder het bordje nog 17 km staan.... Oeps, niet gezien. Maar goed dat we zijn gekeerd, anders waren we goed geschud!

 

Niet veel later komen we in het dorpje, of eigenlijk gehucht, Lone Butte. Hier maken we een stop bij een klein eettentje. Leuk stekje hier. Ook hier trouwens kolibries! Leuke vogeltjes zijn het toch.

Binnen ruikt het zo lekker, dat we maar besluiten om hier een hapje te blijven eten, het is alweer kwart voor twaalf. Iedereen gaat voor een burger met frietjes, en Tessa en Thijmen delen een tosti met frietjes. Het smaakt ons allemaal!

 

Fernie komt nog even met ons kletsen, hij zit hier duidelijk wel vaker! Hij praat wat over zijn ranch en paarden.

 

Na de lunch maken we nog een stop bij het paard achter het restaurant en Tessa krijgt van de kokkin een wortel om aan het paard te geven. Pa en Frank vergapen zich nog even aan de oude auto’s voor de deur.

 

Onze volgende stop is 100 Miles House, een kleine omweg. Dit ligt aan de gold rush road. De weg voor de goudzoekers vroeger. De wegwerkers kregen per mijl uitbetaald, vandaag dat we langs de weg verschillende dorpjes ... Miles House heten. De afstanden kloppen trouwens niet helemaal, de weg is iets korter. De wegwerkers konden goed naar boven afronden!

 

We rijden 100 Miles House door. Een beetje een typisch plaatsje. Tessa en Thijmen slapen, dus we rijden er doorheen, maar stoppen niet.

 

We gaan nu richting het zuiden, over Highway 97. Onderweg zien we in de waters langs de weg verschillende beverburchten. Wat een werk kunnen deze beesten toch verrichten. Aan de weg zijn ze regelmatig bezig. Waar we ons over blijven verbazen, is het feit dat aan beide kanten van de werkzaamheden iemand met een stopbord staat. Iets wat ze bij ons met een tijdelijk stoplicht oplossen.

 

Bij 70 Miles House aangekomen is duidelijk dat hier, enige jaren terug, een bosbrand heeft gewoed. Het bos staat er nog zwart bij en ook bij de auto sloperij ligt er nog een reeks zwarte wrakken.

In het plaatsje zelf stoppen we even. Niet om de straat, meer is het hier niet, te bekijken, maar om even wat te drinken. We stappen een tentje binnen en er schalmt ‘Radio 10 Gold’ uit de boxen. Wat is dat nu? Het is duidelijk dat dit door Nederlanders wordt gerund. Het tentje is eettentje/schoenenwinkel/Nederlandse spullen/kaarten en nog meer onzinwinkel. We zijn nu toch binnen en bestellen er een milkshake en ijsje. We blijven niet lang, maar gaan weer verder rijden.

 

Onderweg zien we het landschap veranderen van groen in dor. Dit noemen ze hier ook desert (woestijn). Het kustgebergte houdt hier de regen tegen, waardoor het landschap droog is. Een apart beeld.

 

Net boven Cache Creek houden we halt bij de Hat Creek Ranch. Een oude stopplaats om de paarden van de postkoets om te wisselen. Met een hotel, voor die tijd heel erg modern. We krijgen door het hotel een hele rondleiding, mooi om te zien en te horen. Hierna moeten we even op de postkoets wachten en mogen we even naar de kippen achter in de tuin, door de boomgaard.

 

De man op de bok van de postkoets heeft ooit nog in het huis geslapen, bij de familie Jackson, de laatste familie die het huis heeft beheerd, al was het toen al wel een boerderij.

Wij mogen ook allemaal op de bok zitten en vervolgen zo onze weg naar het First Nation Interpretive Centre. Af en toe maken we nog best vaart.

Met zijn allen op de koets, Hat Creek Ranch

Bij de indianen, dat is in Canada een scheldwoord vandaar First Nations, zien we verschillende manieren van tipi’s en een huis onder de grond. We krijgen ook hier uitleg hoe ze leefden. Ook al hebben we deze twee jaar terug al eens gehad, het blijft interessant om dit te horen.

Op het gemak lopen we terug naar de parking, het is hier wel erg warm,  met een kleine stop langs de giftshop.

 

We rijden nu de Highway 99 op.

De weg richting Lillooet is ook dor, maar wel mooi om te volgen. Na een stuk te hebben gereden komen we weer bij de Fraser River en moeten we deze weer volgen.

Bij Lilloet stoppen we bij de eerste camping die we tegenkomen. We moeten een smal weggetje in en dan heel erg steil naar beneden, naar de Fraser River.

 

Het is geen grote camping, maar er zijn nog drie plekjes. We mogen helemaal aan het einde van de camping staan, iets doorrijden en we liggen in de rivier! Staat de handrem erop?? Gelukkig staat er wel een hek.

 

En wie zien we daar vanachter een camper te voorschijn komen? Niek, van de camping in Clearwater. Hij heeft ons zien aankomen. Hij blij en Tessa blij.

Aangezien we vanmiddag al warm hebben gegeten eten we nu een boterham. Na het eten mag Thijmen naar bed en gaan Frank en Tessa naar beneden, daar ligt een klein strandje tussen de rotsen aan de Fraser River. Gelukkig kun je bijna niet naar de rivier, want die stroomt wel erg snel.

 

Tessa met haar zandkasteel aan de Fraser River

Thijmen wilt niet slapen, dus gaan we samen even naar Frank en Tessa kijken. Die zijn met Niek een zandkasteel aan het maken.

Ze hebben de grootste lol samen.

Maar helaas, dan is het voor hun beiden toch ook echt bedtijd. Eerst echter onder de douche, want echt schoon komen ze er niet uit.

 

De foto hiernaast is trouwens van de ochtend erna, toen was Tessa weer brandschoon!

 

Als ze beide op bed liggen gaan wij nog even naar buiten. Het is pikkedonker, maar we genieten van de lichtjes aan de overkant, daar ligt Lillooet.

Campground:  Fraser Cove Campground

Waar? Lillooet

Aantal gereden kilometers:  313,8

Gereden tot nu toe:  2730,1