Donderdag 14 mei

Een heerlijk slapende Thijmen

Vandaag willen we op tijd opstaan, we hebben veel te doen. Maar eerst moeten we terug bellen naar Cruise Canada. Dus om half negen bel ik weer en na even te hebben gewacht krijgen we te horen dat we naar Brenners automotives mogen, we worden er verwacht. Het duurt nog een klein half uurtje voor we de camping afrijden, maar de garage is om de hoek.

 Eerst nog even met opa en oma gebeld, gelukkig maakt opa het goed en mag hij snel uit het ziekenhuis. Opa; nogmaals veel beterschap! Mijn beltegoed is wel gelijk

40 euro armer, na vier telefoontjes deze vakantie.

 

Wat een déjà vu, 2 jaar geleden stonden we ook bij de garage, maar toen met kapotte remmen! Gelukkig worden we ook gelijk geholpen, we blijkt roest aan de fitting te zitten en Ian is dan ook binnen een kwartiertje al klaar. Dat valt mee. Nog een handtekening en de rekening gaat gelijk naar Cruise Canada. We halen nog even brood bij de (Nederlandse) bakker aan de overkant en zetten daarna gelijk koers

Ian aan het werk

richting Hell’s Gate. De weg ernaartoe is inderdaad erg mooi. We volgen de Fraser River stroomopwaarts door het steeds smaller wordende dal. Onderweg stoppen we nog even voor een bak koffie, om mee te nemen dan, en we rijden weer verder. We passeren Yale, een oud mijnwerkersstadje.

Na 45 minuten rijden komen we bij Hell’s Gate aan. We parkeren de camper en steken de straat over naar de kabelbaan. Daar kopen we een kaartje om de kabelbaan naar beneden te nemen. We krijgen een foldertje mee over de spoken die er

Een blik op de Fraser River

zouden leven. Als je eentje ziet moet je het wel doorgeven, maar we zien niets.....

De kabelbaan brengt ons over het smalste deel van de Fraser River. De eerste blanke man die hier voor het eerst langs kwam, meneer Fraser, noemde het de Gate from Hell, vandaar Hell’s Gate.

We lopen nog even over de brug en kijken naar beneden, naar het water en de zalmtrappen die er zijn gemaakt.

Er liggen ook nog een souvenirs winkel, een fudge shop en een restaurantje. We nemen er even een kijkje en lopen ook nog even door de kleine tentoonstelling over de Fraser River en het hoog waterpeil van jaren geleden. Hierna gaan we nog even goud zoeken. Dat valt nog niet mee, maar we hebben twee schilfers goud en een paar edelstenen gevonden!!

(zal maar niet zeggen dat die al in de pan zaten...)

We hebben het hier wel gezien en gaan met de kabelbaan terug naar boven. Daar kom ik erachter dat ik nog een coupon had, $2 korting pp. Lekker slim..... We eten een boterham en rijden nu dezelfde weg weer terug, naar Hope.

Hell's Gate
Driftig op zoek naar goud
Hell's Gate van bovenaf gezien

Hier tanken we nog even, aangezien we straks lange tijd geen benzinepomp meer tegenkomen. We verlaten Hope nu echt en rijden door. Net buiten Hope ligt de Hope Slide, waar we ook even stoppen. Hier is een deel van een berg naar beneden gekomen en heeft een heel dal (70 meter) en een meer bedolven met keien. We hebben het al eens gezien, maar het is hier toch weer een aparte gewaarwording.

We vervolgen onze weg en rijden niet veel later Manning Provincial Park in. Een prachtig park, maar helaas zijn er zo vroeg in het seizoen de meeste trails nog gesloten vanwege de sneeuw.

Maar wat zit daar? Zou het, is het??? Jawel, een BEER!! Een volwassen mannetje zo te zien, hij zit op zijn gemakje gras te eten.

 

 

We stoppen om hem te bekijken, altijd toch weer mooi. We nemen foto’s en zetten hem op de film. Helaas zijn we de lens voor het fototoestel vergeten, anders hadden we hem beter op de foto kunnen zetten. We rijden nog een stukje verder om hem beter te kunnen bekijken, maar helaas loopt hij terug het bos in.

Dus rijden we weer verder. Onderweg zien we veel herten, mule deer, maar rijden vaak te hard om te stoppen, of er zit een auto achter ons. We komen steeds hoger te rijden en zien dan ook nog veel sneeuw liggen.

Sneeuw in Manning Provincial Park

Grappig, ik heb hier twee jaar terug zelf gereden.... Nu mag Frank hier rijden. Helaas zien we het bordje voor de Beaver Pond trail te laat en rijden er dus hard voorbij. Dit is een van de weinige trails die al open is.

 

We rijden langzaam Manning PP uit om een pass over te steken.

We rijden eigenlijk de rest van de dag door. We willen een beetje schade inhalen van de laatste dagen. We rijden dan ook tot Princeton. Daar stoppen we even bij het Information Centre om naar een camping te vragen, een goede camping. De mevrouw raadt er twee aan, beide zijn goed.

Nou, de eerste ligt aan de weg in het verlengde van een trailer park. En de tweede ligt nog dichter aan de weg. We rijden hier wel op, maar rijden er ook weer gelijk weer af. We zien dat er aan de overkant van de weg, bij de golfclub, ook een RV park is. Hier rijden we dan ook maar naar toe. Het is duidelijk dat er niet veel toeristen komen hier. Er stapt gelijk iemand uit haar gigantische camperbus. We heel vriendelijk hoor, en voor 1 nachtje moet er wel plaats zijn. We moeten even bij het club house gaan inchecken. Zo gezegd, zo gedaan en we hebben een plaatsje.

 

De beheerder van de camping, dat denken we dan toch, komt gelijk naar ons toe en legt alles uit, maar dan ook alles. Er staan niet veel campers, de bewoners zijn vooral ouderen die gaan golfen. Maar het is netjes en we staan lekker rustig van de weg af. We hebben ook internet, dus we kunnen de website bijwerken. Helaas loop ik al een dag achter met het reisverlsag.Er gaat best veel tijd inzitten af en toe! Het weer is hier wel lekker. We koken en bezoeken nog even het speeltuintje, waar Tessa nog, hoe kan het ook anders, een golfbal vindt. Die moet mee en Tessa doopt het om naar honkbal. We kijken ‘s avonds nog een stukje dvd, waarna we weer onder de wol  kruipen.

Campground: Princeton Golf Club’s RV park

Waar? Princenton

Aantal gereden kilometers: 250,9

Gereden tot nu toe: 491,3

Foto houden jullie tegoed